BLOG Wié ik ook ben. Wie ík ook ben. Wie ik óók ben. Wie ik ook bén.

Vorige week leerde ik een man kennen. Een Utrechter. Een gastarbeiderszoon. Een emigrant-immigrant-emigrant. Iemand die soms terug bij af lijkt te zijn en tegelijkertijd altijd aan het begin van iets nieuws. In 4 minuten tijd herinnerde hij me aan het lef dat ik heb om mijn bek open te trekken. Geen angst te voelen voor de publieke schandpaal of schenen. Politieke incorrectie in perspectief te plaatsen. In gesprek te gaan en te blijven.

En trots te zijn van molti walletjes te mogen eten.

Want dat is wat ik nog steeds het liefst doe. ‘Typisch Nederlands’ zijn waar tegen abortus, drugs en prostitutie gepredikt wordt. Italiaanse hoffelijkheid, etiquette en uiterlijke schoonheid omarmen, complimenten ontvangen en de zintuigen prikkelen in een land waar nuchterheid en ratio soms de boventoon voeren. Rebelleren in situaties van boeddhistische sereniteit en stil zijn wanneer de rest schreeuwt. Het lijkt paradoxaal, maar is mijn medicijn tegen de gekte ‘identiteit’. En ik zou andere bi-, tri- of multiculturelen willen oproepen hetzelfde te doen. Te schipperen tussen hun extremen en vanuit de uithoeken gezamenlijk het midden op te zoeken. Wié we ook zijn.

Sterker nog, als alle molti-subculturelen ook meedoen dan zitten we best goed. Niet om af te zetten, maar om af te tasten, aan te passen en uiteindelijk te verbinden.

Want dat is voor mij wat een samenleving maakt: de ambitie hebben om (er) samen (in) te leven. Het hoeft niet meteen van een leien dakje maar wie niet (meer) wil komt sowieso niet in contact met de ander. Ook prima, maar verwijt de ketel dan niet dat hij zwart ziet.

Zo heb ik van mijn migrerende ondernemersfamilies meegekregen de taal te leren zodra je nieuw bent in een land om daarmee kansen voor jezelf te creëren, wie jé ook bent. In Nederland spreek je ook Nederlands. Ook als je het niet zo goed kan en al helemaal als een ander het nog niet zo goed kan. En ben je geen racist bent als je een ander de taal ook gunt. Want daar gaat het uiteindelijk om: iemand de vrijheid en waardigheid gunnen om vanuit een vergelijkbare positie zelfstandigheid te vergaren.  Mensen die verantwoordelijkheid zelf te laten dragen. Tegelijkertijd zie ik de effecten van hulpverlening die leiden tot empowerment in plaats van afhankelijkheid, wat ik voorheen altijd dacht. Bewondering te voelen voor een systeem dat anders zijn een plekje geeft en het ondersteunt. Twee zijdes op dezelfde medaille.

De belangrijkste les ligt voor mij in het aan beide kanten mijn bek open trekken. Trots te zijn op de tricolore die mijn ouders elk jaar op 2 juni laten wapperen op de dag van de Republiek en dit stukje afkomst niet alleen te verklaren en te verdedigen, maar te eren. Want dit is wie ik óók ben. Tegelijkertijd het gesprek aangaan met een blokje-verder buurman, die niet alleen op 29 oktober, maar ook op de dag van de arbeid, bij een geslaagd eindexamen van zijn kinderen en elke andere willekeurige dag structureel de Turkse vlag uithangt. Alsof hij een rood-wit-blauwtje zou lopen met een Nederlands vlaggetje en daarmee smet brengt aan een ver erfgoed. ‘Nou goede buur, vooralsnog doe je het al jaren met mij en niet met je verre vriend!’, verlaat dan soms gekwetst mijn tong. En niet uit provocatie of minachtend bedoeld, maar ter herinnering aan wie we ook zijn. Vanuit een idealistisch perspectief, met de nodige rechten en plichten. Een samenleving, waarin je kritisch mag zijn en bewustzijn creëert voor wat volgens jou anders moet, maar waarin je ook je best blijft doen de ander tegemoet te komen. Want dat is waar ik voor pleit: een collectieve verantwoordelijkheid van als ons allen, molti-culturelen, om met de incrowd talen die we spreken en de kennis die we van onze verschillende subculturen hebben begrip en verantwoordelijkheid richting de ander te creëren.

En wie de Utrechter is? Een idealist, denk ik. Want hem echt kennen doe ik niet. Ik las slechts het opiniestuk van Erdal Balci en herkende daarin een vleugje molti-culti.


CONFESSIE Dat ik met een been in het midden sta, betekent niet dat ik geen mening heb. En dat ik een mening heb, betekent niet dat ik me niet in de jouwe kan verplaatsen. Alles wat hier staat meen ik vanuit de grond van mijn hart, een mening maar zonder oordelen. Toch schijt ik alle kleuren van de regenboog als ik iets dergelijks opschrijf, omdat niet weet welk leven de woorden gaan leiden. Ze worden uit verband getrokken, raken een gevoelige snaar, lijken iemand aan te vallen en bij dat alles verdwijnt de nuance. Terwijl ik juist dat probeer op te zoeken. Dus als hier iets staat wat je raakt zowel positief als negatief: mail me dan op info@mariangela.nl en praat met me. Dat is echt wat ik wil. Contact.