BLOG – ‘nee, dankje’ of ‘ja, graag’ sociaal onwenselijk?

Na jaren lang ‘pro-activiteit’ als een wenselijke eindresultaat in elke willekeurige loopbaanles, managementdag of teambuildingsoefening gestopt te hebben, was het tijd voor een nieuwe competentie trend. Authenticiteit wordt tot de speerpunt in het onderwijs gemaakt, is voor ondernemers bij uitstek een leidraad voor je branding en wordt in de creatieve kringen waarin ik ook verkeer als must gezien. En als je daarnaast ook nog eens transparant over je proces bent, scoor je helemaal op alle hitlijsten. Althans, op papier en in de mond. We praten over succes én falen alsof we allemaal experts en ervaringsdeskundigen zijn. Toch voelt het dagelijks of we die authentieke aard gezamenlijk aan banden hebben gelegd. We hebben haar geconformeerd tot een open, uitgesproken aanwezigheid, die actief meedoet, bijdraagt en anderen energie oplevert, maar niet té eigen is.

Wel authentiek, maar liever niet introvert

Susan Cain waarschuwt al jaren voor uitsluiten van de helft van de bevolking en pleit voor het creëren van ruimte voor introverte persoonlijkheden. Extraverte karakters worden zowel in de klas en op de werkvloer als in het sociale leven (on)bewust bestempeld als succesvol, ambitieus en plezierig.

Nu bof ik. Want dat is extravert ben, staat buiten kijf. Ik verzamel stimuli het liefst gelijktijdig en geniet van mensen om mee heen. Hoe meer, hoe beter. In situaties van gepassioneerde discussies, bloei ik op. Met grote groepen mensen aan mijn eettafel, kom ik tot rust. Ik praat, spui, klets, slurp openlijk. En ik voel me daarin, soms op zijn plek gezet, maar over het algemeen gewaardeerd.

Wel extravert, maar liever niet té open

Maar dat ook die openheid zijn grenzen kent, merk ik de laatste tijd steeds vaker. Zo sloeg ik laatst een aanbod om in groepsverband af te spreken af, omdat ik daar nu geen zin in had. Niet, omdat ik het zo druk heb. Niet, omdat ik een moeilijke tijd doormaak of moe ben. Zeker niet, omdat ik de ander niet aardig vind. Of, omdat ik mezelf beter acht. ‘Waarmee zal ik je excuseren?’, vroeg mijn vriendin lief, aangezien zij degene was die de boodschap moest brengen.  ‘Dat ik geen zin heb.’, schreef ik met een 🙂 terug. Gewoon, omdat ik nu zin heb in andere dingen. Of in niets. Maar niet in de afspraak. Dat was het.

Via de Whatsapp viel een bekende stilte, waarin de ander lijkt te tikken, maar er geen woorden verschijnen. Gelukkig zorgt mijn vriendin goed voor zichzelf en schreef ze dat dat niet haar stijl was. En aanvullend dat ze liever een excuus gebruikte om mensen niet te kwetsen.

De sociaal onwenselijkheid van een ‘nee, dankje’ of ‘ja, graag’

Nu is mensen kwetsen toevallig ook één van mijn minst favoriete bezigheden, dus kan ik me goed vinden in dat gevoel. Uit nader empirisch onderzoek (drie vrienden en een ex) en ongevraagde feedback (vooral mijn liefde) bleek dat zij niet de enige was die deze openheid niet altijd als kwaliteit bestempelde. Naast alle kwaliteiten die me toegedicht worden, ervaren mensen me als té direct of expliciet en zelfs bot.

En dat zit me dwars. Niet hun reactie of de invulling, maar wel het feit dat we onszelf zo klemzetten in een beleefdheidskeurslijf dat je eigen behoefte uitspreken als asociaal en vooral kwetsend voor een ander ervaren wordt.

Nee …. dankje?

Ik vraag me oprecht waarom een ‘nee’ (en een ‘ja’ eveneens) op de vraag of je iets wilt hebben of doen, gepaard dient te gaan met een excuserende uitleg. Mijns inzien hoeft het afslaan of accepteren van of (geen )zin hebben in een aanbod helemaal niets over de ander te zeggen. Indien dit namelijk wel zo is, mag die feedback natuurlijk ook bij een eerlijk antwoord. In de trant van ‘(geen) zin, want ….’.

De nee betreft de behoefte of staat van zijn van degene die iets gevraagd wordt, net als de ja. Vanuit mijn perspectief (laten we er vanuit gaan dat de feedback klopt en dit niet ‘normaal’ is) is een eerlijk antwoord wél wenselijk, omdat het vertrouwen en openheid geeft. En dit reikt verder dan alleen antwoorden op vragen. Eerlijkheid over gevoelens en behoeften prevaleert naar mijn mening altijd. Het geeft vertrouwen dat iemand goed voor zichzelf zorgt en (echt) graag bij je is, zodra het wel tot een afspraak komt.  Het schept een openheid om goed voor jezelf te mogen blijven zorgen en deze verantwoordelijkheid ook zelf te dragen. En het schept een precedent voor de ander om hetzelfde te doen.

Superlief en nee.

Voor mij betekent dat onder andere dat je eerlijk mag zijn terwijl je een ander respecteert in zijn of haar eerlijkheid. Dus als mijn vriendin liever geen ‘nee’ zegt, dat ik dat zelf wel mag doen en dat ik me daar niet voor hoef te excuseren.

Mocht die eerlijkheid toch nog niet zo goed vallen, laten we dan proberen om de inhoud wel te delen, maar misschien in een iets mildere vorm. Zo bestaat er in Italië een tussenweg tussen ja en nee: come accettato, of eigenlijk come se avessi accettato (net alsof ik het aangenomen zou hebben). Wat in normaal Nederlands iets betekent in de trant van: ‘superlief dat je me dit wilt geven of me dit vraagt, dus we doen alsof ik het aangenomen heb en ik hoef het niet’. Een nette manier om een aanbod te wijzen zonder de ander te willen kwetsen. Of de Indiase ‘head bobble’ , dat als alternatief voor ‘dankjewel’ gebruikt wordt, maar ook iemands aanwezigheid erkent of als teken van vriendelijkheid geldt.

via GIPHY


CONFESSIE Transparant zijn over wat we voelen en denken, vind ik te gek. Anders zou ik deze blogs niet schrijven.  Toch schijt ik alle kleuren van de regenboog als ik online schrijf, omdat niet weet welk leven de woorden gaan leiden. Ze worden uit verband getrokken, raken een gevoelige snaar, lijken iemand aan te vallen en bij dat alles verdwijnt de nuance. Terwijl ik juist dat probeer op te zoeken. Dus als hier iets staat wat je raakt zowel positief als negatief: mail me dan op info@mariangela.nl en praat met me. Dat is echt wat ik wil. Contact.